Houdt jouw ex zich weer eens een keer niet aan de omgangsregeling of wordt de alimentatie niet betaald? Dikke kans dat je al snel boos en gefrustreerd raakt. Hoewel je nog zo goed probeert geen ruzie te maken, het gesprek kan al gauw een strijd worden. Uiteindelijk kan dit leiden tot een flinke discussie of zelfs ruzie. Maar hoe ga je nou eigenlijk op een goede manier verder met elkaar na zo’n gesprek en kan het misschien wel voorkomen worden? Wij vertellen je graag hoe je constructief zo’n gesprek aan gaat.
Stappenplan: voer een moeilijk gesprek zonder ruzie
Zie jij op tegen een moeilijk gesprek dat je moet gaan voeren met de ex? Bereid je dan goed voor. Lees ons stappenplan en probeer dit in het gesprek toe te passen. Je zult ziek dat dit je helpt om rustiger te blijven en ruzie te voorkomen. Wij zetten de stappen voor je op een rijtje:
- Stap 1: vertel wat je ziet
- Stap 2: spreek vanuit je eigen gevoel
- Stap3: wat heb je nodig?
- Stap 4: wees concreet
- Stap 5: afsluiten
1. Stap 1: vertel wat je ziet
In deze eerste stap is het belangrijk dat je je alleen bij de feiten houdt en emoties nog even laat voor wat ze zijn. Ook is het belangrijk geen ruimte open te laten voor interpretatie. Hierbij kun je woorden zoals altijd, nooit, te veel of te weinig dus het beste vermijden. Probeer zo min mogelijk ruimte open te laten voor de ander om te kunnen oordelen. Hoor maar eens het verschil tussen “je hebt wéér de afwasmachine niet uitgepakt” en “ik zie dat de afwasmachine nog niet is uitgepakt”. Of “je doet alleen maar dingen voor jezelf en hebt nooit tijd om samen wat te doen” en “ik wil graag samen iets leuks doen, maar ik zie dat de agenda vol is”. Een kwestie van woorden, maar die maken wel degelijk een groot verschil. Probeer dus altijd te omschrijven hoe de situatie is zonder te oordelen.
Stap 2: spreek vanuit je eigen gevoel
Ga bij jezelf na wat de situatie met je doet. Raak je erdoor gefrustreerd, verdrietig, onzeker of misschien juist blij? Deel dat gevoel ook met je gesprekspartner. Hou het zo kort mogelijk zonder al te veel uit te wijden, want dan loop je het risico dat er een oordeel achter gaat zitten en kan het gesprek alsnog een discussie worden. Hou het ook echt bij echte gevoelens zoals “ik merk dat ik hierdoor onzeker word” of “ik merk dat ik daardoor gefrustreerd raak”. Woorden zoals “niet serieus genomen, bedrogen of in een hoekje gedreven” zijn geen emoties. In die woorden zit een oordeel over iemand anders verborgen dus pas daarmee op.
Stap 3: wat heb je nodig?
Maakt iets je onzeker? Dan heb je bevestiging nodig. Maakt iets je bang? Dan heb je veiligheid nodig. Bedenk goed waar je behoefte aan hebt en deel die met de ander.
Stap 4: wees concreet
In de laatste fase doe je een verzoek. Buig je zinnen hier positief om. Dus niet “wil je de volgende keer niet vergeten de afwasmachine uit te pakken” maar “zou je de volgende keer de afwasmachine willen uitpakken”. Wederom een kwestie van een paar woorden die een groot verschil maken.
Stap 5: afsluiten
Heb je de stappen hierboven doorlopen? Sluit dan het gesprek af. Je kunt in een paar zinnen even kort samenvatten wat er is besproken. Pols ook even wat de ander van het gesprek vond en als het goed is verlopen bedank de ander. Hierbij kun je denken aan “Ik ben heel blij dat ik dit met je heb kunnen bespreken. Bedankt!”. Hoe suf dat misschien ook klinkt, toch is het heel belangrijk! Hebben jullie elkaar gekwetst tijdens het gesprek? Benoem dat ook vooral. “Sorry dat ik je heb gekwetst”.
Pas op voor valkuilen!
We hebben tegenwoordig al snel de neiging om even een appje of mailtje te sturen, want dat maakt ons minder kwetsbaar. Denken we. Maar dit soort gesprekken kun je toch echt beter face-to-face voeren. Je hebt echt de extra informatie uit de lichaamstaal nodig. Je kunt direct zien of iemand je goed begrepen heeft en je moet in een ‘echt’ gesprek rekening met elkaar houden. Je loopt veel minder risico om de ander te kwetsen (en andersom!) en hiermee voorkom je misverstanden.
Dus moet je een gesprek voeren over iets wat je vervelend vindt? Probeer stap 1 t/m 5 te doorlopen en pas op voor de valkuilen. En oefen vooral vaak met dit soort gesprekken. Oefening baart kunst!